Als de sociale netwerken worden gezien als een extra wervingstool, hoe gebruiken de HR managers deze dan concreet? Een studie uitgevoerd door Robert Half toont aan dat de Europese HR-managers niet twijfelen om het profiel van een kandidaat op te zoeken via Google, Facebook of Linkedin. Het zijn vooral de Duitsers die dit doen (75%), gevolgd door de Nederlanders (72%) en in mindere mate de Fransen (51%), Belgen (42%) en Luxemburgers (39%).

Robert Half besloot dus om een paar tips te geven aan kandidaten die via deze tools reeds enkele tegenslagen hebben gekend. Gezien het feit dat met de sociale netwerken contacten kunnen worden gelegd met mensen die hetzelfde beroep uitoefenen, raadt Robert Half in de eerste plaats aan om deel te nemen aan professionele discussies. Robert Half raadt de webgebruikers ook aan om selectief te zijn bij het toetreden tot een netwerk, aangezien het de leden zijn die er de kracht van bepalen.

RH raadt ook een zorgvuldig beheer van de profielinformatie en het gebruik van sleutelwoorden aan. Men vermijdt best ook de publicatie van té persoonlijke informatie op de professionele netwerken. Tot slot raadt het bedrijf ook aan om relevante informatie naar andere websites te exporteren en om regelmatig na te gaan of persoonlijke informatie niet toegankelijk is voor professionele contacten.

Op hun beurt moeten recruteerders ook stoppen met het raadplegen van persoonlijke sociale netwerken (zoals Facebook, Copainsdavant…) om meer informatie op te doen over kandidaten of om met hen in contact te treden. Persoonlijke informatie mag op geen enkele manier in rekening worden gebracht, ook niet wanneer zij op professionele sociale netwerkingsites vermeld staan. Althans: in theorie…

Véronique Arène 

Meer informatie op http://www.lemondeinformatique.fr/