De Focus van Ben Caudron: Waarom werkt 2.0?

Web 2.0 en de zakelijke variant erop, enterprise 2.0 blijken meer dan marketing hype, meer dan een poging oude wijn in nieuwe zakken te slijten, of ’t geschokte vertrouwen na de big bubble te herstellen. De pleiade aan toepassingen die onder de paraplu schuilgaan, doet het meer dan behoorlijk. Het ziet er dan ook naar uit dat „het werkt”. Maar waarom? Waarom is de wedergeboorte van het web er in geslaagd zich te nestelen in ’t centrum van ons bestaan?

post-image-3

Stel dat we maar één verklaring mogen geven voor dit succes, hoe zou die er dan uitzien? Ik sprak vorige week met de enthousiaste Rus Leo Exter en na een paar pogingen werden we het eens dat de mooist klinkende verklaring deze is: web 2.0 drapeert zich rond de gebruiker. Web 2.0 is de verzameling van massieve platformen en minuscule applicaties die allemaal ’t zelfde nastreven: een mogelijke behoefte van een zo groot mogelijke groep mensen op een eenvoudige manier bevredigen. Dat we daar niet zijn opgekomen, in de begindagen!

Wacht eens even! Dat hebben we wel gedaan! De lezer van middelbare leeftijd herinnert zich misschien nog de eindeloze reeks lezingen en causerieën die mijn collegae en ikzelf wijden aan de beloften die besloten lagen in het internet. We voorspelden dat het internet één en ander zou veranderen, en we begrepen toen al dat de weg daar naartoe eruit bestond de gebruikers zoveel als mogelijk te betrekken.

Wat weerhield ons er dan van om de mooie dingen die we nu dagelijks gebruiken, te bouwen? Wel, eerst en vooral ontbrak het ons aan middelen. Geld was geen probleem, volwassen technologie des te meer. Het Web, jonge lezertjes, was ooit een aaneenschakeling van teksten waartussen een link was gelegd. We hadden HTML, ontwikkeld voor academisch gebruik, en een primitieve scripting-taal. Daar kwam later een stijltaal bij, en XML kon alvast de belangrijkste tekortkomingen van HTML wegwerken, maar al bij al duurde het vreselijk lang voor het tekstweb kon vervangen worden door het applicatieweb.

Ik val in herhaling als ik web 2.0 een attitude noem. De attitude die de implicaties van bottom-up gretig omarmt. Ontbrak die attitude dan, vroeger? Nee, en misschien toch een beetje? Er werden toen ook al middelen gegeven aan de gebruiker om zich te uiten, maar die werden ergens in de marge toegevoegd. Centraal stond wat de aanbieder dacht te moeten aanbieden. Nogmaals, technologisch was één en ander nog onmogelijk, toen.

2.0 is een blijver, omdat de industrie de onderdelen ervan erkent en volop ondersteunt. Omdat ze de open poorten die kenmerkend zijn voor platformen en applicaties, gretig gebruiken. Omdat ze begrepen hebben dat de nieuwe generatie gebruiker deelt en dat ook van hen verwacht.

Het vertrouwen dat de industrie stelt in 2.0 is mee verantwoordelijk voor de acceleratie die we meemaken: hoelang heeft het geduurd voor de grote internetmerken een IPhone-vriendelijke versie van hun diensten klaar hadden? Sommige, denk maar aan YouTube en Flickr: die waren er van in het prille begin bij. Op dat moment moest nog duidelijk worden dat de IPhone een schot in de roos was, en van onschatbare waarde voor de adoptie van mobiel internet.
Deze snelheid helpt eveneens de slaagkansen van 2.0 te verhogen. Ze duidt immers op vertrouwen, een vertrouwen dat aanstekelijk werkt en ervoor zorgt dat er opnieuw mensen zijn die budgetten durven vrij te maken, omdat ze geloven.

Web 2.0 werkt omdat we erin geloven.

Back to top button
Close
Close