De meeste organisaties hebben niet genoeg gedaan om het tempo van de digitale revolutie bij te houden. Belgische bedrijven doen beter dan die uit andere landen in sommige, maar zeker niet in alle onderdelen van de digitale IQ graadmeter. Ze schatten de digitale vaardigheden van hun organisaties en CEO’s hoger in dan dat bedrijven wereldwijd doen. Maar tegelijk zijn ze minder geneigd om te beweren dat hun CEO een digitale kampioen is (60% tegenover 68% wereldwijd) en ze hebben over het algemeen een minder mature definitie van wat digitaal is dan hun collega’s. Zo zegt 50% dat digitaal synoniem is met IT. Wereldwijd bedraagt dat cijfer 29%. En CIO’s zouden zeker beter kunnen doen: slechts 63% van de Belgische bedrijven vindt dat het digitale IQ van de CIO hoger ligt dan 70, terwijl dat wereldwijd 83% is. 

Benadering van opkomende technologieën 

Toen we in 2007 begonnen met het meten van het digitale IQ moesten technologieën zoals mobiel, social, cloud en analytics nog mainstream worden. Vandaag hebben we te maken met een nieuwe golf zeer krachtige technologieën, met daarbij ook wat we de “essentiële acht” noemen: het internet der dingen (IoT) en artificiële intelligentie (AI) die de basis vormen voor de volgende generatie van alles wat digital is, robotica, drones, 3D-printing, machines die het bereik van de computerkracht uitbreiden naar de materiële wereld, augmented reality (AR) en virtual reality (VR) die de fysieke en de digitale wereld samenbrengen en blockchain, met daarbij een nieuwe benadering van de basisboekhouding achter commerciële transacties. 

Toch zijn de meeste bedrijven in 2017 niet beter voorbereid om met nieuwe opkomende technologieën te werken dan ze tien jaar geleden waren. Vandaar dat Belgische topmanagers (57%) veel vaker dan hun collega’s wereldwijd (31%) het verkennen van de opkomende technologieën citeren als een initiatief dat voor hun organisaties voor de komende drie jaar in de top drie staat van de te nemen digitale initiateven.

Daar staat dan weer tegenover dat Belgische bedrijven misschien niet de noodzakelijke stappen zetten om die opkomende technologie te verkennen: slechts 50% van de respondenten zegt een systematische benadering te gebruiken om de opkomende technologie te evalueren in hun specifieke businesscontext. Wereldwijd bedraagt dat cijfer 76%. Vaker zeggen Belgische respondenten ook dat hun benadering wordt aangestuurd door verkopers, en dat wijst op een meer reactieve dan proactieve houding ten aanzien van het integreren van nieuwe technologieën in hun business. 

Belgische bedrijven investeren al heel veel in AI en verwachten hier nog hun focus te versterken in de komende jaren. Vandaag investeert al 57% van de Belgische bedrijven in AI, en dat cijfer zal de komende drie jaar tot 70% stijgen. Tegelijk ligt de focus bij Belgische bedrijven veel minder op IoT: slechts 43% investeert daar al fors in, tegenover 74% wereldwijd.

De menselijke factor

Menselijke ervaring is een kritisch onderdeel van het digitale IQ. Om de volledige waarde te halen uit technologie, moeten organisaties digitale culturen creëren die zich snel kunnen aanpassen aan de veranderende context, die op een adequate manier de nadruk leggen op de voordelen voor de klanten en de medewerkers en die zorgen voor het ontwikkelen van de juiste mix van competenties bij hun medewerkers. 

Globaal genomen claimen Belgische bedrijven in dezelfde mate als bedrijven wereldwijd dat hun medewerkers over de nodige organisatorische vaardigheden beschikken in domeinen zoals data-analyse (83%), cyberveiligheid (83%) en businessontwikkeling van nieuwe technologieën (87%). In andere domeinen is er zeker nog ruimte voor verbetering: zo zeggen slechts 57% van de Belgische bedrijven dat ze over hoogwaardige competenties beschikken rond digitale strategie en planning, terwijl dat cijfer wereldwijd op 78% ligt.