Sinds maart dit jaar is het gebruik van e-health in China exponentieel gestegen, gaande van 150 diensten tot meer dan 600 in zomer 2020. De Chinese overheid heeft trouwens geholpen bij deze stijging door de terugbetaling van online consultaties en de aankoop van geneesmiddelen te stimuleren.

Waar de ziekteverzekering de patiënten niet volledig dekt, zijn de telegeneeskundediensten toch veel beter betaalbaar dan de klassieke consultaties, alhoewel die enkel betrekking hebben op zorg die verband houdt met gewone ziekten of die pandemie-gerelateerd is. Een arts kan immers geen diagnose geven zonder fysieke ontmoeting.

De rendabiliteit van deze telegeneeskunde-platformen kan echter beter, vermits zij momenteel enkel profiteren van de verkoop van geneesmiddelen, en de online consultaties gratis zijn. De e-health markt lokt echter investeerders en zou al snel zijn financiële voordelen kunnen uitbreiden.

In China strijden verschillende platformen om het monopolie en denken nieuwe diensten uit: e-commerce bedrijf Alibaba heeft Alibaba Health gelanceerd, een kaart die in real time de plekken weergeeft die bezocht worden door mensen die Covid-19 positief zijn. JD.com, dat online geneesmiddelen verkoopt, heeft JD Health gelanceerd en biedt online consultaties aan. Terwijl WeDoctor, eigendom van Tencent, virtuele consultaties organiseert dankzij zijn netwerk van 7200 hospitalen die met zijn platform verbonden zijn.

In Frankrijk hebben 50.000 artsen telegeneeskunde beoefend tijdens de pandemie. Een cijfer dat ver af staat van de Chinese trend en toch een verdere ontwikkeling van de online consultaties suggereert.