De Focus van Eric Mahieu: Virtuele werelden, echte misdrijven

Net als bij de technologie versmelten het echte en het virtuele leven met elkaar. Twee opvallende voorbeelden daarvan kwamen onlangs in het nieuws.

post-image-3

In Japan werd een vrouw van 43 gearresteerd door de politie van de stad Sapporo, omdat zij in het game Maple Story de avatar van haar virtuele echtgenoot "vermoord" had na een bittere echtscheiding. De vrouw zou in een vlaag van razernij gehandeld hebben, zich toegang verschaft hebben tot de pc van haar ex-partner om daar alle informatie te wissen over de avatar die hij jarenlang met veel zorg verfijnd had. Het is uiteraard dit aspect van identiteitsdiefstal om de computer van de ander binnen te dringen en gegevens te vernietigen dat de tussenkomst van de Japanse politie rechtvaardigde. De passionele misdaad op zichzelf komt niet in aanmerking. In Nederland werden twee jongeren (van 13 en 14 jaar) door de rechter veroordeeld tot een straf van 360 uren gemeenschapsdienst, omdat zij een andere jongere in een online game virtueel zolang gepest en gedreigd hadden, tot hij hen de virtuele goederen overhandigde die hem daar toehoorden. Volgens de rechter erkent de Nederlandse wet het bestaan van virtuele goederen en valt deze zaak te vergelijken met een diefstal (met de allure van afpersing).

De twee zaken werden flink in de verf gezet door de internationale media, die nochtans toch wel wat anders te schrijven hadden (de financiële crisis en de Amerikaanse presidentsverkiezingen). Zelfs een journaliste van het team van wired.com maakte zich druk over alle herrie die gemaakt werd rond de verbroken idylle in Japan, en merkte op dat de vrouw niets spectaculairder gedaan had dan een bestand naar de prullenmand te verwijzen. Het moet gezegd dat de populaire media woorden gebruikt hebben die eerder deden vermoeden dat de vrouw een hakbijl gebruikte dan een muis. Maar diezelfde media zijn misschien niet verkeerd als zij het hebben over de emotionele lading van de twee zaken. In beide gevallen kan men opmerken dat de virtualiteit van de omgeving geen rem zette op de menselijke passie, of het nu gaat om een liefdesaffaire of om hebzucht. De mens wordt gekweld door emoties en driften die tot uiting komen zelfs wanneer zijn fysieke voortbestaan of zijn financiële status helemaal niet in het gedrang komt. Virtueel universum, maar reële emoties.

Maar moet er alleen rekening gehouden worden met de emotionele impact? De twee gevallen zijn erg tegengesteld. In Japan lijkt de politie eerder te reageren op het middel (de hacking) dan op het resultaat (de passionele moord). Maar het argument dat in Nederland aangevoerd werd is het tegengestelde: daar verkiest men eerder het doel (de diefstal) te bestraffen dan het middel (de fysieke afdreiging). Er waren de laatste tijd trouwens zoveel klachten over de ravage die de (virtuele) beursspeculatie aanrichtte op de reële economie dat men hier toch vragen over kan stellen. De reële bedragen die met virtuele werelden geassocieerd worden blijven weliswaar bescheiden, maar is het niet mogelijk dat in de toekomst de bedragen waarrond het op virtuele platformen draait zo belangrijk worden dat zij de reële economie kunnen ontwrichten? Hoe moet men tot slot de tussenkomst van het gerecht in deze zaken interpreteren? Als een inflatie van juridische bemoeizucht, waarbij gemeend wordt dat elke zaak in deze wereld (maar vooral in de andere) geregeld moet worden via een sanctie van een rechter, die zich moet uitspreken op basis van wetten die hij in alle bochten moet wringen om ze van toepassing te laten zijn op een omgeving, die de wetgever zeker nog niet voorzien had toen hij ze uitwerkte? Of moet men de tussenkomst van de rechters als nuttig beschouwen en toejuichen omdat zij orde laten heersen in de virtuele Far West?

Back to top button
Close
Close