Ongetwijfeld winnen de investeringen in de interactieve reclame aan volume bij de "media mix" van de Belgische adverteerders, alhoewel de verhouding van de online ten opzicht van de offline (ongeveer 4%) nog ver achter ligt op Frankrijk (7%), Duitsland (7%) of het V.K. (10%). De verantwoordelijken voor de regies en de mediacentrales menen dat "België eindelijk een inhaalbeweging uitvoert ten opzichte van de andere Europese landen, en vooral ten opzichte van de markt in de VS die `slechts` met 35% vooruitgaat."

Al met al is het meten van interactieve investeringen helemaal geen onderwerp waarover overeenstemming bestaat, en Alain Heureux heeft redenen om verongelijkt te zijn. "België verkiest het een klein cijfer bekend te maken, in plaats van te trachten alle formaten te verzamelen waaruit de interactieve marketing bestaat, om zo een veel indrukwekkender globaal cijfer te bekomen".

Deze bedenking verdient toelichting. Door te beslissen om bepaalde budgetten uit te sluiten van de meting, met name ondermeer de budgetten voor trefwoorden bij Google en voor de online directories, heeft de IAB studie de verdienste dat zij vergeleken kan worden met de AdEx cijfers van de voorgaande jaren. Maar de medaille heeft een keerzijde: het bekomen cijfer verzwakt het globale gewicht van het interactieve budget op de Belgische markt. Een situatie die de Voorzitter van het IAB betreurt omdat "de andere nationale markten in tegendeel belangrijkere resultaten bekendgemaakt hebben die wél rekening houden met alle formaten."