Second hand life?

I am a believer. En niet enkel ‘in words’. Een postgraduaat in Virtuele Realiteit en Multimediatechnologie en 15 jaar interactieve industrie ervaring waarvan 8 jaar in de gamesindustrie zijn getuige. En toch. Toch stel ik me vragen bij de Second Life hype zoals ze nu woedt. Zowel op vlak van marketingmogelijkheden als op sociaal-menselijk vlak. Blijkbaar is het momenteel helemaal bon ton een ongenuanceerde aanhanger van Second Life te zijn en wordt elke kritiek als onwetend afgedaan.

post-image-3
In wezen is SL een videogame dat zich voornamelijk naar volwassenen richt. Het grootste verschil is dat er geen doel gedefinieerd is. En dat is ook waar het schoentje knelt. De meeste Second Lifers lopen er wat doelloos rond waardoor het al snel verwatert tot een cartoonesk afkooksel van de realiteit. Maar dan één waarin internationaal geleuterd wordt.

Nu hoor ik de aanhangers al steigeren en schermen met het aantal ‘bewoners’ en de impact van SL. De makers spreken van twee miljoen deelnemers. Waarschijnlijk zijn er wel al twee miljoen avatars verwekt, maar slechts een klein percentage is het virtueel embryonaal stadium ontgroeid. Dat verklaart ook de dikwijls desolate sfeer. Daarbij komt nog dat die aantallen echt niet meer zo uniek zijn in de videogames wereld. Het aantal games waarvan 2 miljoen exemplaren verkocht werden, is ondertussen ook niet meer op twee handen te tellen.

Is Second Life dan the next big thing in marketing? Laat mij toe ook hierbij een pragmatische kanttekening te maken. Voor internationale merken die zich naar Techies richten kan het een valabel marketinginstrument zijn, hoewel meer een hebbeding dan een must. Maar voor lokale bedrijven is het schieten met hagel in de consumentenwoestijn.
 
En dan hebben we het alleen nog maar over het bereik gehad. Aanwezigheid as such is – in tegenstelling tot wat sommigen denken – niet altijd positief voor het merkimago. Zo roept een lege Adidas winkel waar zelfs na het rinkelen van de virtuele deurbel niemand komt opdagen, eerder de associatie met slechte service dan met klantgerichtheid op. Sollicitatieprocedures via SL mogen dan wel zeer hip zijn, de uiteindelijke kracht ligt in de weerklank via de traditionele media. Een sterk initiatief, maar enkel effectief voor de first movers.
Maar alle bovenstaande beschouwingen terzijde, stel ik me nog de meeste vragen bij het sociaal-menselijke aspect van SL-like werelden. Terwijl de sociale cohesie in onze persoonlijke perimeter steeds zwakker wordt, bouwen we sociale netwerken die gebaseerd zijn op ideaalbeelden in een steriele virtuele wereld. Het verschil tussen echte en virtuele emoties vervaagt, hoewel deze op totaal andere dynamiek gestoeld zijn.

Om nog maar te zwijgen over de immobiliënmakelaarster die dankzij deze parallelle virtuele economie miljonair is geworden en tot boegbeeld van het nieuwe Walhalla der ondernemers gekatapulteerd wordt. Nog even en één of andere modernistische politieke partij brengt het naar voren als wondermiddel voor het werkloosheidsvraagstuk. Men weet nooit tijdens de verkiezingsperiode. Terwijl het eigenlijk niet meer is dan virtuele huisjesmelkerij van de SL-stichters.

Toch vind ik deze evolutie uiterst fascinerend en pleit ik voor het omarmen van elke technologie die een reële verrijking van intermenselijke relaties kan betekenen. Maar laat ons daarbij het maatschappijkritische debat niet uit het oog te verliezen zoals dat een vijftiental jaren geleden bij de intrede van de virtuele realiteit in gang is gezwengeld en sindsdien spijtig genoeg aan scherpte verloren heeft.

And still, I’m a believer. 

Björn Joos, Prophet, via Inside
Back to top button
Close
Close