Leerlingen achter meer dan de helft van alle schoolhacks

Uit een recent rapport van de Britse privacywaakhond, de Information Commissioner’s Office (ICO), blijkt dat 57 procent van de 215 onderzochte datalekken binnen scholen werd gepleegd door leerlingen. In veel gevallen ging het om eenvoudige methodes, zoals het raden van zwakke wachtwoorden of het gebruiken van onbeveiligde inloggegevens. Toch werd er in sommige gevallen ook gebruikgemaakt van geavanceerdere hacktechnieken.

Uitdagingen, dares en online roem als drijfveer

De motivatie voor de hacks varieert, maar komt vaak neer op sociale druk, uitdaging of het zoeken naar status binnen de vriendengroep. Jongeren worden uitgedaagd door klasgenoten, willen zichzelf profileren als digitaal vaardig of zoeken naar manieren om autoriteit te ondermijnen. Volgens Heather Toomey, cyberveiligheidsexpert bij de ICO, beseffen veel jongeren niet dat hun acties ernstige gevolgen kunnen hebben. Wat begint als een onschuldige dare, kan snel escaleren tot een grootschalig datalek of zelfs een strafbaar feit.

Onveilige schoolsystemen maken hacks mogelijk

Het rapport wijst op aanzienlijke zwakke plekken in de digitale infrastructuur van scholen. Wachtwoorden zijn vaak voorspelbaar of worden op onveilige plekken bewaard. Veel scholen hanteren bovendien onvoldoende toegangscontrole of laten personeel werken op onbeveiligde privéapparaten. In sommige gevallen kregen leerlingen toegang tot systemen als Microsoft SharePoint, simpelweg doordat de toegangsrechten slecht waren ingesteld.

De ICO roept scholen dringend op om hun digitale beveiliging te verbeteren. Er wordt gepleit voor regelmatige opleidingen rond gegevensbescherming, een streng wachtwoordbeleid, en beter inzicht in wie toegang heeft tot welke systemen. Het is verder ook cruciaal om leerlingen op jonge leeftijd te onderwijzen over digitale verantwoordelijkheid en de juridische gevolgen van cybergedrag.