Tot deze week dus toen Time de surfer (You) verkoos tot de persoon van het jaar (zie ook ons bericht van eerder deze week) en meteen een krachtig statement neerzette over de rol van de digitale media en vooral de gebruiker er van.

 

De reden waarom we er opnieuw over beginnen is dat we gisteren de gedrukte versie van Time in de bus kregen. Mooie cover trouwens met een computer die er uitziet als een YouTube venster en waarbij het beeldscherm is vervangen door een reflecterend stripje zodat u als het ware in de spiegel kijkt als u het blad voor u neemt.

 

Een tweede reden waarom ik er over begin: gisteren was ik bij een prospect, een internationaal bedrijf, waarbij ik ondermeer aan tafel zat met de marketingdirecteur, iemand die dus alle aspecten van het marketingbeleid, offline en online, below en above, onder zijn hoede heeft. En hij begon zowaar met een verwijzing naar het dossier in Time waardoor ik alvast niet de hele uitleg moest doen over ‘het nieuwe web’. Dank u, Time.

De dossiers in het nummer zijn verhelderend en mooi met tal van opmerkelijke voorbeelden van hoe de Web 2.0 generatie een revolutie is en waarom het deze keer niet om een zeepbel gaat.

Het zal u niet verwonderen dat de manier waarop startende internetbedrijven ‘gefund’ worden daar veel mee te maken heeft. IPO’s zijn niet langer het hoofddoel van elke dotcommer en de revolutie voltrekt zich niet op Wall Street maar met privaat VC-geld…

Ook opmerkelijk: de enorme rol van Google. Sommigen beweren zelfs dat er zonder Google geen 2.0 zou zijn omdat een groot deel van de opstartende projecten niet meer zijn dan verkoopskanalen voor Google’s textads.

Wie meer wilt lezen holt naar de betere krantenwinkel, ook papier kan nog erg mooi zijn.

Tussen haakjes: ook bij de lokale media ontdekken ze weer internet. Zo brengt De Standaard vanaf vandaag een portret van vier ‘internetpioniers’.

Jo Caudron bijt de spits af met enkele opmerkelijke uitspraken.

Lezen op http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=GQV15UKU4