Zoals veel multinationals maken de Amerikaanse high-tech-giganten intensief gebruik van de fiscale paradijzen. Google en Microsoft gebruiken de Bermuda-eilanden. Apple gaat via de Britse Maagdeneilanden. Amazon heeft zich gevestigd op Gibraltar. HP houdt van de Kaaimaneilanden. LinkedIn maakt zijn nest op het eiland Man…. De meeste van deze bedrijven gebruiken ook de Europese landen met beperkte fiscaliteit zoals Ierland, Nederland, Luxemburg of Zwitserland. Ze kiezen ook Amerikaanse staten die fiscaal gunstig zijn, zoals Nevada (Apple) of Delaware (Amazon). Volgens een studie van Greenlining Institute (PDF) over de 30 grootste Amerikaanse high-tech–bedrijven verkiezen deze als fiscaal paradijs: Ierland (met 86 filialen), gevolgd door Singapore (68), Hong Kong (55), Luxemburg (40), de Bermuda-eilanden (33) en de Kaaimaneilanden (30).

Het zijn niet de palmbomen of de tropische warmte op deze paradijselijke bestemmingen die de bedrijven aantrekken, maar wel de belastingtarieven van nul of bijna nul. In de praktijk sluizen de high-tech-reuzen alle winsten die ze buiten de Verenigde Staten verwezenlijken door naar deze fiscale paradijzen. Ze betalen dus bijna geen belastingen op hun omzet die in het buitenland wordt gerealiseerd, wat vaak neerkomt op bijna de helft van de totale omzet. In de Verenigde Staten moeten ze echter federale belastingen betalen (ter hoogte van 35% van de winst) en de belastingen van iedere Staat. Resultaat: volgens het  Greenlining Institute is het echte belastingtarief van de high-tech-giganten in 2011 slechts 16%.  Kampioen van dit spelletje is Amazon, waarvan de belastingen slechts 3,5% van de winst bedroeg in 2011, gevolgd door Xerox (7,3%) en Apple (9,8%).

(bron 01net.com)