Een onderzoek van IAB en InSites bij de actieve Europese bevolking heeft nu het gebruik van de sociale media op de werkplek gemeten bij 2.754 gebruikers van sociale netwerken (waarvan 485 Belgen).

Bij de Belgische ondervraagden die geen toegang hadden (41%) of beperkte toegang (19%) tot de sociale media op de werkplek, zou meer dan een vijfde (21%) de mogelijkheid willen hebben om Facebook, Twitter, LinkedIn of een ander sociaal netwerk te gebruiken. In Europa heeft een derde van de respondenten geen toegang tot de sociale netwerken op de werkplek, en een vijfde (20%) heeft slechts beperkte toegang.

Ondanks de terughoudendheid van de bedrijven is 28% van de respondenten bereid om informatie over het bedrijf waarvoor ze werken te delen op de sociale netwerken, indien dit in het voordeel is van dat bedrijf. Zo is meer dan 65% van de gepeilde personen trots op het bedrijf waarvoor hij werkt, maar slechts 13% praat erover op de sociale netwerken. Op Europees vlak bedragen deze cijfers respectievelijk 61% en 19%. In bijna de helft van de gevallen draaien de gesprekken rond de aankondiging van bedrijfsevenementen (48%), jobaanbiedingen (38%) en informatie over producten of diensten (37%).

Slechts 8% van de Belgische respondenten heeft instructies gekregen over de manier waarop de sociale netwerken gebruikt moeten worden op de werkplek. Doch 35% van de ondervraagde mensen wenst dat zijn werkgever hem helpt bij de online communicatie. "Het gebruik van sociale netwerken door de werknemer maakt hem niet alleen tot ambassadeur van het bedrijf, maar waarborgt ook dat hij of zij beter gebruik maakt van de mogelijkheden die het internet biedt om zijn werk te doen", voegt Patrick Marck, General Manager van IAB Belgium, eraan toe.